Boel vis (2014) |
Hoe vaak ik niet denk of schrijf over geld als aards slijk en op allerlei andere manieren met een negatieve connotatie; ik heb nu reden om er nu ook eens anders over te schrijven. Als eerder aangegeven ben ik nu werkzaam in de visindustrie. “And industry it is!”.
Sommige mensen
die me goed kennen weten dat ik een man ben van 12 ambachten en ……13 topbanen…..dacht
ik. Ik geloof dat ik nu het gezegde toch gestand doe want het baantje dat ik nu
uitvoer voelt als een ongelukje! Nimmer heb ik zoveel afzien genoten als in dit
werk. Het is vies werk, zwaar voor ‘t fysiek en er komt geen eind aan de stroom
vis die van de lopende band af flikkert. En Charles Darwin ten spijt: hoe ik me
ook aanpas…..het blijft een kloteklus, ga het niet leuker vinden! De vissen is
het ook niet gelukt zich zo aan te passen dat ze niet uiteindelijk op de band
belanden, dus ik ben daarin niet de enige. Tijdens en na elke shift voel ik zeg
maar….dat ik leef. Alles doet me zeer op een zeker edel deel na, dat ik verder
niet zal benoemen. Tijdens het werk de naweeën van de dag ervoor en na het werk
in bed is het onmogelijk om een houding te vinden waarin niets nog zeer doet. Alle
spieren, gewrichten en kapsels doen mee. En dan denk ik….. morgen ga ik niet!
Maar ja, dan is het morgen en na een verkwikkende nacht doet alles een tikkie
minder zeer en denk ik: “ach…. In het zweet des aanschijns zult gij, in casu
ik, de huur verdienen” en maak ik me op
voor een volgende shift. Angstvallig de telefoon in de gaten houdend en toch stiekem
hopend dat de beker die dag aan mij voorbij zal gaan omdat ze mijn nummer niet
kunnen vinden…. ofzo. Maar dan komt er toch een berichtje binnen: “20.000 kg,
kom je?” Heel veel woorden maakt die logistiek manager er niet aan vuil; kort
van stof zeg maar, maar al meer dan hij op de werkvloer bromt. Daar toetert en
brult hij slechts. Ik sla dan meteen aan
het rekenen. 20.000 kg…. bij een gemiddeld gewicht van kilo of 3 per vis…. 7000
stuks. En dat…..dat maakt het er niet leuker op. Op zo een moment voel ik
alleen compassie met mezelf. Gelukkig sta ik soms ook wel stil bij de vissen.
Deze vis, nu toch hoofdzakelijk kabeljauw, zwemt van de Barentzzee naar het
zuiden om daar hun soort in stand te houden. De vrouwtjes vol met kuit en de
mannen, die het, slechts zaaddragend, wat minder zwaar hebben, zwemmen goed
gevoed na foerage in de Barentzzee op naar de paaigebieden. Het zijn ongelooflijk
grote hoeveelheden vis, maar volgens mij niet onuitputtelijk. Beseffende dat daar waar ik werk slechts 1
bedrijf is en dat er zovele nog zijn die ook vis vangen dan vraag ik me
werkelijk af hoe lang dat goed kan gaan met de visstand. Ondanks dat het
gequoteerd is kan de visstand het uiteindelijk toch niet winnen; temeer daar er
ook zoveel vrouwtjes gevangen worden. Maar dat denk ik dan, gespeend van alle
kennis van mariene biologie.
de Zee Geeft........mooie plaatjes (2014) |
De Zee Geeft en de Zee Neemt…. An me hoela (Sorry
Kniertje!). Ik misgun de vissers niets hoor, en hier leven ze al eeuwen van de
visvangst en dat moet ook. Maar het roept wel vragen op over de manier waarop
en de duurzaamheid en al dat soort dingen waar ik me in mijn werkend leven mee
heb bemoeid.
En al mopperend
en mijmerend zal ik vanavond hoogstwaarschijnlijk weer aan het werk moeten want
ik heb het net zo nodig als de vissers hun vis. Geld stinkt nu dus even niet……
ik daarentegen……..!